kort historisch perspectief

In Noord-West Europa ligt het Koninkrijk der Nederlanden. Een klein land (41.526 km² (1)) met ongeveer 16.735.802 (2) inwoners. Het landje ligt aan de Noordzee en daarom hebben de Nederlanders zich van oudsher met zeevaart bezig gehouden. Zo rond de 17e eeuw hadden de Nederlanders het varen en vechten op zee behoorlijk onder de knie. In het sleuteljaar 1602 richtten enkele rijke handelsfamilies de VOC op waarmee Nederlanders over de wereld voeren en links en rechts veroverden wat ze te pakken konden krijgen. Dat concept vond snel navolging en het ging de Nederlanders zo goed af dat het kleine land een welvarende natie werd.

Met de Industriële revolutie kwamen massaproducten beschikbaar en de Nederlanders waren rijk genoeg om die te kopen. En wanneer er nieuwe producten op de markt kwamen stond men in de rij om ook die weer te kopen.  Het woord “nieuw” kreeg een hebbelijke bijklank. Met de ontwikkeling van de vrije markt en de toename van het aantal nieuwe producten ontstond er een samenleving waar de nieuwe aankopen elkaar steeds sneller opvolgden. Eerst werden de verouderde spullen nog wel bewaard, hergebruikt of doorverkocht. Allengs nam echter de spullen-dichtheid zodanig toe dat men genoodzaakt werd om spullen te gaan weggooien. Daarin bleek het Nederlandse Volk pas echt talentvol. Veel sneller dan in de omringende landen werden spullen afgedankt en op de afvalberg gesmeten. Dat ging zo voortvarend dat het van oorsprong geheel platte land een steeds heuvelachtiger karakter kreeg. Omdat het maar een klein land is moest men al snel de hoogte in. Zo kon er in 2007 (?) zelfs een wereldbekerwedstrijd skiën georganiseerd worden op één van deze imposante afvalbergen. De levenscyclus van het gemiddelde meubelstuk (niet zelden uit een zweeds woonwarenhuis afkomstig) bedraagt tegenwoordig nog slechts 1,57 jaar (3)

Omdat ondanks het kortstondig koopgenot het levensgeluk uitblijft en de gevolgen van dit gedrag steeds duidelijker aftekenen, ontwaken steeds meer Nederlanders uit de droom van het ongebreidelde consumentisme. Enkele van hen hebben een brief aan de koningin gestuurd met het verzoek om van rijkswege het negatieve gedrag een halt toe te roepen. Omdat postkantoren inmiddels ook zijn afgeschaft is het de vraag of het verzoek de vorstin ook werkelijk zal bereiken en in voorschot daarop hebben de bezorgde zielen daarom alvast het Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken (IOGZ) opgericht.

Dat Ministerie IOGZ probeert de Nederlanders bewust te maken van de gevolgen van het gedrag. Door aan te moedigen spullen met aandacht te kopen, te behandelen en te bewaren. Door het genoegen te laten zien van spullen die langer dan een mensenleven mee gaan. Door ontheemde en weggegooide spullen zonder moeilijke procedure asiel te verlenen (iets waar Nederlanders niet erg goed in zijn) en een collectie aan te leggen van spullen waar bijzondere herinneringen aan kleven. Leve de oude spullen en hun mooie verhalen. Weg met het onbesuisde weggooien.

 

(1) Exclusief de Caribische eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de laatste van talrijke overzeese gebiedsdelen die Nederland heeft ooit veroverde.

(2) Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek per 3 mei 2012.

(3) Ruwe schatting gebaseerd op talrijke waarnemingen van bewindspersonen van het Ministerie IOGZ.